Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een zeilschouw, speelscheepje.

titelScheepsmodel van een zeilschouw, speelscheepje. 
inventarisnummerFSM-2007-230 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerPot, Mintje 
omschrijvingScheepsmodel van een houten zeilschouw. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: De schouw heeft één mast. De mast staat in een mastkoker in de messelbank. Aan de voorkant wordt de mast gehouden door een massief ijzeren voorstag. De voorstag is gehaakt aan een touw dat door een blok voorop de botteloef (in het fries 'loefbyter') en vervolgens naar een kikker aan de binnenzijde van het boord wordt geleid. De loefbyter is bevestigd op de voorsteven. De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door twee boegstagen (ook stangen, aan elke kant één) op het boeisel. De zeilen zijn van sterk verkleurde katoen: stagfok en sprietzeil. Het voorlijk van de fok is met metalen leuvers bevestigd aan de voorstag. De hals van de fok is met een haak vastgehaakt aan de botteloef. De fok is voorzien van een keerinrichting bestaande uit een lange ijzeren haak waarmee de schoothoek schuivend is bevestigd aan een metalen overloop direct voor de mast. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen bevestigd aan de mast. De hals van het grootzeil is met een halstalie bevestigd aan de mastvoet met aan één zijde een een oog en aan de andere zijde een kikker. De spriet hangt in een touwlus aan de mast. De bovenzijde van de spriet steekt in een lus in de tophoek van het grootzeil. De onderkant van het achterlijk is gehaakt aan de achterkant van de giek. De achterkant van de giek hangt in het zeil (niet in een kraanlijn). De voorkant van de giek hangt met een zwanehals in een oog in de mast. De grootschoot loopt door een enkelschijfs blok met haak en hondsvot aan de giek en door een enkelschijfs hakkeblok met haak op de bodem van de boot. De schoot is belegd op het hakkeblok. De vallen van de zeilen zijn belegd op klampen aan weerszijden van de mast. De mast heeft boven de hommer een zwarte masttop met sporen van een speld of spijker voor een vleugel. De klauwval wordt direct onder de hommer door de mast geleid en de fokkeval wordt via een aangehaakt enkelschijfsblok geleid. De blokken zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is plat en valt licht. Het achterschip heeft een platte spiegel die eveneens licht valt. De bodem heeft een plat vlak dat in één bocht van uit het middenschip oploopt naar voor- en en achterspiegel oploopt. Het vlak is opgebouwd uit een smalle kielgang met twee brede gangen tot de kimmen. Deze vlakgangen zijn gebreeuwd. Er is aan beide zijden één huidgang waarboven een berghout. Boven het berghout een breed boeisel. Voor- en achtersteven en een kiel over de achterste helft van de boot zijn tegen respectievelijk de spiegels en het vlak bevestigd. Ter hoogte van de zwaarden is het berghout verbreed met en zwaardklamp. Het model van voor naar achter. Op de voorsteven metalen beslag waarin de botteloef is bevestigd. De botteloef bestaat uit twee stukken aaneengeklonken metaal. Het voorschip is to de mastbank gedekt. Tussen twee gangboorden zijn hier een u-vormig dekdeel en een klein luikje aangebracht, beide uitneembaar. De messelbank rust aan de voorzijde op een schot waartegen ook de mastvoet is bevestigd. Boven en achter de messelbank zijn de boeisels deels gedubbeld In het middenschip langs beide zijde een bank van de mastbank tot het achterdoft. De bodem is bedekt met uitneembare buikdenningen. Wanneer het voordek en de buikdenningen zijn verwijderd zijn in het hele schip de spanten te zien. In het achterschip is een stukje lood bevestigd op het vlak. De zwaarden hangen met gebogen spijkers aan de gedubbelde boeisels. De koppen van de zwaarden zijn aan de buitenzijde voorzien van metaalplaat met een rechte onderrand. Om de zwaarden een zandloper. De zwaardlopers lopen omhoog een gat in het boeisel en worden belegd op een nagel door de achterste spanten. Het achterdoft heeft in het midden een uitneembaar luik. Het doft rust op een schot. Achter het doft een tweede schot onder een kort achterdekje. Het roer hangt met twee roerhaken aan de achtersteven. Het (ooit vernieuwde) helmhout valt over de kop van het roer. Het is geschulpt van vorm. Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip is bronskleurig. De bovenzijden van de boeisels en van de beide spiegels zijn zwart met een goudkleurig randje eronder. De kopplaten van de zwaarden zijn zwart. De zandlopers zijn wit geschilderd. De binnenkant van het vlak is rood evsnals de spanten. De overige huid, de schotten en de binnenzijde van de voorspiegel zijn lichtblauw. Dekken, mastbanken overige banken zijn zwart. De kop van het roer is groen en op de kopse kant goudkleurig. De rondhouten en zwaarden zijn gelakt. Accessoires: zwarte stander 
afmetingenhoogte 90 cm 
breedte 32 cm 
lengte 89 cm 
 
startdatum1930 
einddatum1940 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.