Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een smakschip.

titelScheepsmodel van een smakschip. 
inventarisnummerFSM-2004-177 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerOnbekend 
omschrijvingScheepsmodel van een smakschip. Op spanten gebouwd. Schaal 1:40. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft twee masten en een kluiverboom. De kluiverboom is met een beugel bevestigd aan de voorsteven en aan de achterkant rust de kluiverboom in de bovenkant van de braadspil. De kluiver wordt gebhouden door een waterstag op de voorsteven. De masten: een grote mast en een druilmast. De grote mast bestaat uit één stuk (geen stengen). De mast wordt gehouden door een voorstag op de steven (jufferblok van vijf gaten) en aan weerszijden door een staand want van vier hoofdtouwen met daartussen weeflijnen (touwladders) en een lopend want (bakstag). De nok van de gaffel wordt door een dubbele bakstag gehouden. De druilmast wordt gehouden door een staand want van twee hoofdtouwen. Het staande en lopende want zijn met puttingijzers en rusten (horizontale balken) vastgezet op het berghout. De zeilen van vergeelde witte katoen. In het grootzeil zijn twee banen "hersteld". Aan de grote mast worden gevoerd: een buitenkluiver, een binnenkluiver, een stagfok, een breefok, een grootzeil. Aan de druilmast wordt een bezaan gevoerd. De buitenkluiver is vastgehaakt op een uithaler zonder traveller (loopring). De binnenkluiver is wel voorzien van een traveller. De schoten van de beide kluivers zijn belegd op bolders op het voorschip. De stagfok is met metalen ringen bevestigd aan de voorstag. De fokkeschoot is belegd op een hakkeblok, dat met een ring is vastgezet op een houten overloop op het voordek. De breefok is vastgezet tussen twee ra's. De schoten van de breefok, bevestigd aan de uiteinden van de onderste ra, zijn belengd op de voorbolders. Oop de zij-lijken van de breedfok zijn voorzien van schoten. Deze zijn belegd op de nagelbank boven de braadspil. De bovenste ra van de breefok heeft schoten die lopen via blokken aan de nokkeval de van de grootzeilgaffel. Het grootzeil heeft een rechte gaffel. Het zeil wordt zonder giek gebruikt (zeilen met een losse broek). Het voorlijk van het zeil is met raktouwen zonder kralen aan de mast bevestigd. De grootschoot is belegd op een hakkeblok, dat met een ring is vastgezet op een houten overloop. Aan het achterlijk van het grootzeil zijn kattouwen bevestigd, waarmee het zeil opgetrokken kon worden. De bezaan heeft een rechte gaffel en een giek. Het voorlijk van de bezaan is met raktouwen aan de druilmast bevestigd. De schoot van de bezaan loopt over twee blokken en over een papegaaiestok naar voren. Daar is de schoot belegd op de papegaaiestok. De vallen van de zeilen zijn belegd op de nagelbank onder aan de grote mast (waaronder een kleine braadspil is gemaakt) en die van de bezaan op korvijnagels op de nagelbank voor het hek. In de toppen van beide masten vleugels (verkleurd) Boven het scheerhout zijn vergulde mastwortels gemaakt. De romp: Het voorschip is rond. Het achterschip is rond. De bodem is vlak met afgeronde hoeken. Over de gehele lengte is een dubbel berghout. Het boeisel loopt aan de achterkant hoog op en eindigt in een punt (het hek). Het model van voor naar achter: Aan weerszijden van de voorsteven kluisborden, berentanden en kraanbalken. De kraanbalken zijn voorzien van twee schijven en worden bij het ankeren gebruikt. Aan beide kraanbalken zijn ankers gemaatk. Het ankertouw loopt over het kluisbord aan bakboord naar binnen, is vastgemaakt op de braadspil. Op het voordek een braadspil (geklemd tussen klossen aan het voorboeisel), het durksluik, een watervat en een luik van het vooronder. Op het voordek staat aan bakboord een vastgesjorde roeisloep. Voor de mast een houten overloop. Achter de mast een nagelbank en een waterlijst. Aan de uiteinden van de waterlijst zijn ogen gemaakt, waaraan de kantelbare zeezwaarden hangen. De zwaarden hebben een verdikte kop en zijn voorzien van metaalbeslag (langs de onderrand en vijf dwarsstrippen). De zwaardloper gaat over een schildpadblok, over het boeisel naar voren en is getakeld met twee blokken en is vastgezet op een bolder bij het staande want. Daarachter de luikenkap van het ruim, afgedekt met drie gebogen luiken. De kajuit heeft rechtse wandem een gebogen dag. In de zijwanden en achterwand zijn ramen en aan bakboord een deur. Op het dak ligt een vastgesjorde sleep- of takelkabel. Achter de roef de overloop van de grootschoot, een ronde flonder met voetlijsten voor de roerganger en het luik van het achteronder. De druilmast is bevestigd op een klos achter het hek. Het hek is aan de binnekant beschilderd met een voorstelling van een schip. De versierde helmstok steekt door het hek naar binnen. Het hek loopt naar achter in een punt uit. Het roer is aan de achtersteven opgehangen met vijf roerhaken. De kop van het roer loop hoog op en buigt naar voren, zodat de bovenkant de oplopende lijn van het boeisel volgt. De papegaaiestok van de bezaan is aan bakboord aan het berghout bevestigd met een klos. Aan weerszijden van de achtersteven zijn twee ramen gemaakt Kleuren: De romp is niet geverfd. Het berghout is zwart. Het zwaarde is versierd met groen en witte biezen. Het watervat is groen en op de zijkanten witte rozetten op een rode ondergrond. De roef heeft groene wanden met witte raamkozijnen. Het helhout is versierd met witte slingers op groen. De hennebalk is goud op groen versierd met witte rozetten op een rode ondergrond. Het hek is aan de buitenkant voorzien van boogvormen in rood en groen met witte biezen. Ook roerkop is met deze kleuren beschilderd. Accessoires: stander. 
afmetingenhoogte 70 cm 
breedte 16 cm 
lengte 87 cm 
 
startdatum1960 
einddatum1965 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.