Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van het door F.N. van Loon ontworpen zeejacht De Volhouder.

titelScheepsmodel van het door F.N. van Loon ontworpen zeejacht De Volhouder. 
inventarisnummerFSM-2003-280 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerBosma, Andries 
omschrijvingScheepsmodel van het zeejacht De Volhouder. Op spanten gebouwd. Schaal: 1:20. Vorm De romp is rond van vorm: rond grootspant en ronde voor- en achtersteven. Terugvallende boeisels. Weinig zeeg. Tuigage Het zeejacht is uitgerust met één mast. De mast wordt gehouden voor een voorstag op de voorsteven en door een staand want van twee stagen aan iedere zijde. Deze zijstagen zijn getakeld met jufferblokken. Op het voorschip is een kluiverboom. Deze rust aan de achterkant in een metalen kluiverboomstoel. De boom is aan de steven bevestigd met een scharnierende ring, die aan de binnenkant is bekleed met leer. Aan de voorkant wordt de kluiverboom gehouden door waterstagen (twee naar de boeisels en één naar beneden op de voorsteven). Aan de mast worden drie zeilen gevoerd: een gaffelgrootzeil, een stagfok en een kluiver. Het grootzeil is voorzien van een rechte gaffel en een giek. Het voorlijk is met rakbanden bevestigd aan de mast. Het onderlijk is in een losse broek aan de giek bevestigd. De gaffel hangt in een klauwval en in een piekeval. Deze vallen zijn belegd op de nagelbank onderaan de mast. Het achtereind van de giek hangt in een kraanlijn. De voorkant van de giek is met een lummel aan de mast bevestigd. Aan de giek een grootschoot die met twee dubbelschijfsblokken is getakeld. Het hakkeblok van de grootschoot loop over een overloop op het achterschip. De stagfok is aan de bovenkant voorzien van een fokkegaffel. De fokkeval is belegd op de nagelbank. De voorpunt van de fok is vastgezet op de voorsteven. Aan de fokkehals de fokkeschoot die met twee dubbelschijfs blokken is getakeld. Het hakkeblok van de fokkeschoot loopt over een gebogen overloop, vlak voor de mast. De kluiver wordtd gehesen met de kluiverval die is belegd op de nagelbank. Aan de voorkant is de kluiver met een haak vastgezet op de loopring (of traveller) die naar de voorkant van de kluiverboom is geschoven. Aan de hals van de kluiver twee kluiverschoten, waarvan er één is belegd op de voorbolder. Het model van voor naar achter: Op het boeisel van het voorschip, aan weerszijden van de voorsteven zijn twee rozetten. Op het voordek een braadspil met staken. Met de braadspil werd het anker gehesen. Daarachter de kluiverboomstoel, het luik van het vooronder en de koekoek (lichtkap) van de voorkajuit. Aan de zijden de twee voorbolders. Voor de mast de overloop van de fok. Achter de mast de waterlijst, aan de achterkant van het voordek. Aan de waterlijst het beslag waaraan de zwaarden hangen. Het zijn smalle zwaarden, die geschikt waren voor zeilen op zee. De zwaarden worden bediend met zwaardvallen. Deze zijn op een bijzondere manier getakeld. Ze lopen van de onderkant van het zwaard naar een schildpadblok op het boeisel door een gat in het boeisel (net onder het potdeksel), naar een blok dat aan de voorwand van de kuip is gehaakt, vervolgend naar een vioolblok en een enkelschuifsblok in de achterkant van de kuip. Omdat de takelage van de zwaarden over de banken van de kuip loopt, waren de blokken vaak bekleed met leer. Acher de mast de nagelbank. Daarop zijn de vallen van de zeilen belegd. Opvallend is de grote kuip achter de mast. Tegen de voorwand van de kuip een trappetje dat leidt naar het voordek. Aan bakboord is de deur naar de voorkajuit. Om de toegang tot dit verblijf te vergemakkelijken die de vloer van de kuip voor deze deur verlaagd. Hetzelfde is het geval met de deur in de achterwand van kuitp. Deze achterdeur geef toegang tot de achterkajuit. Aan de lange zijden van de kuip zijn banken met luiken gemaakt. In het dek van de kuip is een luik. Dat geeft toegang tot de bun, die in het schip was gemaakt. Deze bun had niet een functie voor het vervoeren van vis. De bun functioneerde als opslag van de vloeibare ballast (water) dat met een pomp in- of uitgelaten kon worden. In het achterschip een achterkajuit met paviljoendek. Aan de voorkant van het paviljoendek een waterlijst. Daarachter een hoge overloop voor de grootschoot. Het lange helmhout van het roer loopt onder deze overloop door. In het boeisel van het achterschip zijn vier ovale ramen gemaakt, die zijn voorzien van koperen tralieroosters. Het roer hangt aan de achtersteven. Het is betrekkelijk smal van vorm. Het roer is voorzien van een roerversiering in de vorm van een klik. Achter op het roer een vlaggemast met rood-wit-blauwe vlag. In de top van de mast een rode vleugel. Kleuren De romp is gelakt. Het onderwaterschip is wit. Het berghout is zwart met witte biezen. Het boeisel is gelakt en het potdeksel daarop is zwart met een witte bies. Het boeisel van het achterschip is groen. De zwaardkoppen zijn groen. De rozetten op het voorboeisel zijn wit met een geel hart. Het beslag op de rondhouten is zwart. De roerklik is blauw met rood en geel. Accessoires: vaste stander en een anker. 
afmetingenhoogte 89 cm 
breedte 88 cm 
lengte 20 cm 
 
startdatum2003 
einddatum2003 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.