Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van het houten skûtsje De Drie Gebroeders uit Sneek.

titelScheepsmodel van het houten skûtsje De Drie Gebroeders uit Sneek. 
inventarisnummerFSM-1978-275 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerRypkema, Gerrit 
omschrijvingScheepsmodel van het houten skûtsje De Drie Gebroeders. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het skûtsje heeft één mast. De mast wordt gehouden door een voorstag op een metalen botteloef (in het fries loefbyter) op de voorsteven. De voorstag is aan de onderkant getakeld met een strijktalie die door twee blokken loopt en is belegd op een houten klamp op het voorboeisel. Aan weerszijden wordt de mast gehouden door een staand want (zijstag) die met een puttingijzer aan het boord is bevestigd. De botteloef is aan de achterkant met een vorkverbinding bevestigd op de voorsteven. De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door twee boegstagen (ook stangen, aan elke kant één) op het boeisel. De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een gaffelgrootzeil. Het voorlijk van de stagfok is met metalen leuvers aan de voorstag bevestigd. De hals van de fok is met een ketting vastgezet aan de top van de botteloef. In de top van de fok een metalen fokkegaffel, waaraan de fokkeval is bevestigd. De fokkeschoot loopt door twee dubbelschijfs blokken, waarvan de onderste een hakkeblok is. Dit hakkeblok is vastgezet op een metalen overloop op het voordek. De fokkeschoot is belegd op het hakkeblok. In de fok is een enkele rij reeftouwen gemaakt. Het grootzeil is voorzien van een gebogen gaffel. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen (met kralen) bevestigd aan de mast. De hals van het grootzeil is vastgezet met een halstalie. De halstalie loopt over drie blokken (een dubbelschijfs blok aan de hals en twee enkelschijfs blokken aan weerszijden van de giek) en is belegd op de nagelbank. De onderkant van het grootzeil is vastgezet op een giek. De giek rust aan de voorkant met een scharnierende lummel in de lummelpot van de nagelbank. Aan de achterkant hangt de mast in een kraanlijn. De grootschoot loopt door een dubbelschijfs blok aan de giek en door een dubbelschijfs hakkeblok op het achterdek. De schoot is belegd op het hakkeblok. Het grootzeil is voorzien van een twee rijen reeftouwen. De vallen van de zeilen en de kraanlijn zijn belegd op klampen aan de mastkoker en op de nagelbank. Op de top van de mast een blauwe vleugel aan een houten scheerhout. De blokken zijn van hout. Ze zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is rond met terugvallende boeisels. Het achterschip heeft dezelfde vorm. De bodem is rond (midscheeps vlak). Het model van voor naar achter: Aan weerszijden van de voorsteven houten kluisborden en berentanden. Over het kluisbord aan stuurboord hangt een metalen stokanker. Het ankertouw ligt opgerold op het voordek. Tegen de binnenkanten van de boeisels zijn op het voorschip twee bolders gemaakt. Op het voordek is een luikhoofd met scharnierend deksel en een luik (uitwip) dat verwijderd wordt wanneer de mast wordt gestreken om zo het ondereind van de mast door te laten. Op het boeisel van het voorschip zijn zetboeisels geplaatst met daarop de naam van het schip: 'H. RIJPKEMA.DE.DRIE.GEBROEDERS.23 TON.SNEEK'. Voor de mast de houten overloop van de fokkeschoot. Achter de mast zijn twee blokken van de halstalie vastgezet op het dek. Daarachter het luikhoofd van het ruik. Dat wordt met tweemaal veertien (genummerde) luiken bedekt. Aan bakboord zijn twee luiken verwijderd zodat het binnenste van het ruim zichtbaar is. Het is te bereiken met een trap. Op de luiken een loopplank en een houder met drie zetboeisels. Langs de gehele lengte van het ruim en de roef zijn op de boeisels zetboeisels geplaatst. In de gangboorden liggen twee vaarbomen en een pikhaak. De zwaarden zijn van hout. Ze hangen met bouten aan het boeisel. De koppen van de zwaarden zijn verdikt en aan de bovenkant voorzien van metaalbeslag. Ook langs de randen van het zwaard is metaalbeslag aangebracht. Rond het boutgat een veriseringin de vorm van een ster. De zwaardloper gaat via een houten schildpadblok, langs de buitenkant van het boeisel naar achteren, is daar getakeld met een zwaardtalie die loopt door twee vioolblokken en die is belegd op een houten klamp op buitenkant van het achterboeisel. De zwaardlopers zijn achter de klamp opgeschoten aan een haak, eveneens aan de buitenkant van het boeisel. Achter het ruim de roef. De voor- en zijwanden van de roef zijn blind: geen lichtranden. Het dak loopt enigszins gebogen (als op een boeier). In de achterwand is aan bakboord een lichtrand gemaakt en aan stuurboord een schuifluik, dat toegang verschaft tot de roef. Boven dit schuifluik is ook in het dak een schuifluik (lichtkap met tralies) gemaakt. Op het dak van de roef voorts een tweede lichtkap met tralies, een schoorsteen die aan de bovenkant U-vormig is, zodat er een gestreken mast in kan rusten. Voorts op het dak van de roef een losse mik, een stokdweil en een putsemmer. Over het boeisel aan bakboord hangt een houten wasbak. Op het achterdek zijn voetlijsten aangebracht, waarachter de roerganger zich schrap kan zetten. Aan weerszijden van de achtersteven zijn in het achterschip (onder het berghout) twee lichtranden gemaakt. Zij voorzien het achteronder (alkoof) van licht. Het roer hangt met drie roerhaken aan de achtersteven. Het roer heeft een houten helmhout dat aan de voorkant is voorzien van een koperen helmhouttonnetje (handgreep). Op het helmhout een roerklik die is versierd met snijwerk (bladertak). Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip is zwart. Het berghout is zwart. De dekken, het luikhoofd en de luiken, de roef, de zwaarden en de rondhouten zijn gelakt. Het meeste metaalbeslag is ongeverfd. Slechts enkele details zijn geverfd. De top van de mast is zwart en het metaalbeslag in de top van de mast is wit. De wasbak over het boeisel is groen met rood aan de binnenkant. De loopplank is wit en zwart. De kop van de schoorsteen is zwart. De randen van de ramen van het achteronder zijn wit. Accessoires: anker, loopplank, houder met zetboeisels, twee vaarbomen, een pikhaak, een stokdweil, een putsemmer, een mik en een wasbak. Het model staat op een vaste stander. 
afmetingenhoogte 97.0 cm 
breedte 23.5 cm 
lengte 94.0 cm 
 
startdatum1970 
einddatum1978 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.