Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van het skûtsje 'De Twee Gebroeders' uit Drachten.

titelScheepsmodel van het skûtsje 'De Twee Gebroeders' uit Drachten. 
inventarisnummerFSM-1995-171 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerBosma, Andries 
omschrijvingScheepsmodel van het skûtsje 'De Twee Gebroeders' uit Drachten. Het model is gebouwd uit zinkplaat dat op spanten is geklonken. Schaal 1:20. Rondhouten en tuigage: Het skûtsje heeft één mast. De mast wordt gehouden door een metalen voorstag op de metalen botteloef (in het fries 'loefbyter') en door een staand want van twee zijstagen. De zijstagen zijn met wantspanners bevestigd op puttingijzers op de boorden van het schip. De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door twee boegstagen (ook stangen, aan elke kant één). De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een gaffelgrootzeil. De zeilen zijn in vouwplooien genaaid. Het voorlijk van de stagfok is met metalen leuvers bevestigd aan de voorstag. De hals van de fok is met een ketting vastgezet op de botteloef. In de top van de fok een metalen fokkegaffel, waaraan de fokkeval is bevestigd. De fokkeschoot loopt over twee tweeschijfsblokken. De onderste daarvan is een hakkeblok, dat is vastgezet op een metalen overloop op het voordek. De fokkeschoot is belegd op het hakkeblok. De fok is voorzien van een enkele rij reeftouwen. Het grootzeil is voorzien van een gebogen gaffel. Deze wordt gehesen met een kaluwval en een piekeval. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen (met rakkralen) bevestigd aan de mast. De halstalie van het grootzeil loopt over een blok aan de hals van het zeil en over twee blokken aan weerszijden van de giek. De onderkant van het zeil is vastgezet aan een giek. De giek hangt aan de voorkant met een scharnierbare lummel in de lummelpot van de nagelbank. De achterkant van de giek hangt in een kraanlijn. In het grootzeil zijn twee rijen reeftouwen aangebracht. In het achterlijk van het zeil drie zeillatten. De grootschoot loopt over een tweeschijfsblok aan het einde van giek en een tweeschijfs hakkeblok op het achterdek. De schoot is belegd op het hakkeblok. Het grootzeil is voorzien van twee rijen reeftouwen. De vallen van de zeilen en de kraanlijn worden bediend met twee lieren aan weerszijden van de mastkoker. Op de top van de mast een blauwe vleugel aan metalen scheerhout. De blokken zijn deels van metaal (voorstag, fokkeval, kraanlijn en een piekeval) en deels van hout. De blokken zijn voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is rond met terugvallende boeisels. Het achterschip is rond. De bodem is rond (midscheeps vlak). Het model van voor naar achter: Aan weerszijden van de voorsteven houten kluisborden en berentanden. Het boeisel van het voorschip is voorzien van een L-vormig profiel, waarin twee steekbolders en vier vaste bolders (twee aan elke kant). In het voordek een luikhoofd met scharnierend luik dat toegang verschaf tot het vooronder. Daarachter een luik (uitwip) dat verwijderd wordt wanneer de mast wordt gestreken om zo het ondereind van de mast door te laten. Op de boeisels zijn houten zetboeisels geplaatst. Op de voorste zetboeisels staat de naat van het schip: 'TWEE GEBROEDERS DRACHTEN Tj. V.D. VEEN 40 TON'. Voor de mast de metalen overloop van de fokkeschoot. De mast staat in een metalen mastkoker. Aan weerszijden daarvan de lieren voor de vallen en de kraanlijn. Achter de mast zijn op het dek de blokken van de halstalie vastgezet. Daarachter het luikhoofd van het ruim, dat wordt afgesloten door tweemaal twaalf houten luiken. Op de luiken liggen een loopplank, een vaarboom en een pikhaak. Over de gehele lengte van het ruim zijn op de boeisels houten zetboeisels geplaatst. Ter hoogte van de roef worden deze voortgezet als metalen relingen. De zwaarden hangen met bouten aan het boeisel. De zwaarden zijn van hout. De koppen van de zwaarden zijn voorzien van opgenageld metaalbeslag. Rond het boutgat een stervormige versiering. Langs de onderrand van de zwaarden metaalbelsag. De zwaardlopers gaan via een schildpadblok, langs de buitenkant van het boeisel, door een gat in het boeisel naar de ankerlieren op het achterdek. Achter het ruim de roef. De voorwand daarvan is blind (geen ramen). In de zijwanden van de roef aan weerszijden twee ramen met schuifluiken. In de achterwand van de roef aan bakboord een ovale lichtrand met tralies en aan stuurboord dubbele houten deuren. Op het dak van de roer een afneembare schoorsteen die aan de bovenkant U-vormig is, zodat de schoorsteen ook als mik kan worden gebruikt. Langs de randen van het roefdak handrelingen. In het dak zijn twee lichtkappen met tralies gemaakt. De achterste daarvan fungeert tevens als schuifkap boven de deuren. Achter de roef een plank met voetlijsten waarachter de roerganger zich schrap kan zetten. Tegen de boeisels van het achterschip zijn bolders geplaatst. Daarachter staan de zwaardliere opgesteld. Onder de helmstok de lichtkap van het achteronder (alkoof), die net als die van de roef is bedekt met traliewerk. Op de bovenkant van het achterboeisel twee steekbolders. Op de buitenkant van het boeisel, aan weerszijden van de achtersteven twee houten naamborden met daarop 'DE TWEE' en 'GEBROEDERS'. Daaronder twee lichtranden van het achteronder (alkoof). Het roer is met drie roerhaken opgehangen aan de achtersteven. Het helmhout is aan de voorkant voorzien van een koperen helmhouttonnetje (handgreep) Op het helmhout een roerklik die met snijwerk is versierd: hoorn des overvloeds met bladertak. Over de rug van het roer metaalbeslag. Kleuren: De romp van het schip is havannabruin. Het onderwaterschip en het berghout zijn zwart. Op het achterschip een donkerbruin veld. De boeisels zijn aan de bovenkant zwart en aan de binnenkant grijs. De botteloef en de waterstagen zijn wit. Het dek is grijs. Het luik van ht vooronder, de luiken voor de mast en het luikhoofd van het ruim zijn havannabruin. De luiken van het ruim zijn gelakt. De mastkoker is bruin, evenals de lieren die ernaast staan. De mast en de andere rondhouten zijn gelakt. De voor- en achterwanden van de roef zijn havannabruin. De zijwanden van de roef zijn wit. Het dak van de roef is lichtgroen met rondom een zwarte rand. De koppen van de zwaarden zijn zwart met witte nagelkoppen en sierster. De kluisborden, berentanden, zetboeisels, naamborden, lichtkappen, schoorsteen, roer, helmhout, zwaarden, deuren, voetlijsten en rondhouten zijn gelakt. De masttop is zwart en de hanepoten zijn wit. De roerklik is meerkleurig beschilderd. Accessoires: pikhaak, vaarboom en een loopplank. Het model is vastgezet op een stander. 
afmetingenhoogte 87.0 cm 
breedte 18.0 cm 
lengte 87.0 cm 
 
startdatum1995 
einddatum1995 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.