Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een zeiljacht uit de Regenboogklasse.

titelScheepsmodel van een zeiljacht uit de Regenboogklasse. 
inventarisnummerFSM-K-036 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerJonge, Marchienus de 
omschrijvingScheepsmodel van een zeiljacht uit de Regenboogklasse. Op spanten gebouwd. Schaal 1:7½. Rondhouten en tuigage: Het jacht heeft een mast die is is geplaatst in een mastkoker. De mast is voorzien van een zaling. De mast wordt gehouden door een voorstag die met een harpsluiting is vastgezet op het beslag van de steven. Aan weerszijden wordt de mast gehouden door twee zijstagen: een vaste en een bakstag. De vaste zijstag loopt via de zaling naar beneden en is daar met een wantspanner vastgezet op een puttingijzer. De bakstag loopt van de mast rechtstreeks naar beneden en is daar met een glijer vastgezet in een langsscheepse, metalen rail op het gangboord. Met een touw is de bakstag naar behoefte naar voren of naar achteren te trekken. Het touw is belegd op een metalen klamp op het gangboord. Het model is uitgerust met zeilen van witte katoen: een fok en een gaffelgrootzeil. De zeilen zijn gemaakt uit één lap, maar voorzien van dubbel gestikte plooien, die banen moeten suggereren. Door gebruik te maken van plooien kon in de zeilen bolling gemaakt worden. De hals van de fok is vastgezet op het stevenbeslag. Het voorlijk van de fok loopt parallel met de voorstag maar is daar niet aan vastgemaakt. De fokkeval loopt via een blok aan de mast naar beneden en is daar belegd op de nagelbank. Aan de voorkant van de fok zijn twee staartblokken bevestigd. De fokkeschoten zijn aan weerszijden aan het vaste einde bevestigd aan een oogbout in het gangboord. De halende einden van de fokkeschoten lopen door het staatblok, door metalen schootogen op de gangboorden en over de kuipranden. De fokkeschoot aan bakboord is met het halende eind belegd op een houten klamp aan de binnenkant van de kuiprand. Die aan stuurboord hangt los over de kuiprand. Het grootzeil is voorzien van een rechte gaffel die boven de top van de mast uitsteekt: cattuig. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen bevestigd aan de mast. Het bovenlijk is met touwen vastgezet aan de gaffel. De gaffel wordt gehesen met een nokkeval en een piekeval die beide zijn belegd op de nagelbank. In het achterlijk van het grootzeil zijn drie zeillatten gemaakt. Tussen de top van de mast en het achtereinde van de giek lloopt de kraanlijn, die is belegd op de nagelbank. Het onderlijk van het grootzeil is met touwen vastgezet aan de giek. De grootschoot is met het vaste einde vastgezet aan het achtereind van de giek. Van daar loopt de schoot naar een blok, dat is vastgezet op een metalen overloop op het achterdek, vervolgens weer omhoog naar twee blokken die aan giekringen zijn gehangen, om daarna in de kuip te worden belegd op een bolder op de kielbalk. De giekring hangen los om de giek. Ze worden op hun plaats gehouden door lijnen die zijn gespannen tussen de beide uiteinden van de giek. In het grootzeil is aan beide kanten het zeilteken (boog) en het zeilnummer (40) geplakt. In de achterpunt van het grootzeil etiket in de vorm van een Waterpoort (het merk van zeilmakerij Gaastra te Sneek). Op de top van de mast een groene windvaan die draait aan een metalen pin. De blokken zijn van hout en zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: De voorsteven en scherp en heeft de vorm van een overhangende lepelboeg. Ook de achtersteven is overhangend en heeft een kleine, schuin geplaatste, enigszins bolle spiegel. De bodem is V-vormig en voorzien van een dubbel aangehangen kiel. Het roerblad is aan de kiel opgehangen. Het model van voor naar achter: Op de voorsteven metaalbeslag waaraan de voorstag en de fokkehals zijn bevestigd. Van de steven tot het achterschip loopt op de hoek van romp en dek een stootrand en op het dek een waterlijst met loosgaten. Van de steven tot de mast loopt over het voordek een lijst waarop een bolder is geplaatst. Op de gangboorden aan weersizijden een ongebruikt schootoog en voor de fokkeschoot een oogbout, een schootoog en een metalen klamp. Voorts op de gangboorden de puttingijzers van de vaste zijstagen en de rails van de bakstagen. De kuiprand begint achter de mast. Van boven gezien is de kuip granaatvormig: van voren puntig en van achteren plat. In de kuip zijn onder het voordek en het achterdek afsluitbare kasten gemaakt (het luik van de voorkast ontbreekt) en onder de gangboorden open kasten. In het midden van de kuip een dwarsbank en tegen de achterkant van de kuip een tweede bank. De bodem is bedekt met buikdenningen. Op de buitenkant van de romp is net onder de stootrand, net achter de bakstag de naam van het jacht geschilderd: 'PIETERKE'. Op het midden van het achterdek een langsscheepse lijst met daarop het gekromde helmhout van het roer en de overloop van de grootschoot. Aan weerszijden van de middenlijst twee houten klampen op het achterdek. Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip is bruin met een witte bies op de waterlijn. De dekken en gangboorden zijn groen. Het houtwerk in de kuip, de mast, de rondhouten en het helmhout zijn gelakt. Accessoires: kruisvormige stander. 
afmetingenhoogte 168.0 cm 
breedte 26.0 cm 
lengte 125.0 cm 
 
startdatum1947 
einddatum1948 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.