Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van de tjotter (fjouwer-acht) Albert en Nelly.

titelScheepsmodel van de tjotter (fjouwer-acht) Albert en Nelly. 
inventarisnummerFSM-1993-252 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerEssen, M. van 
omschrijvingScheepsmodel van de tjotter (fjouwer-acht) Albert en Nelly. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: De tjotter heeft één mast. De mast staat in een mastkoker op het voordek. Aan de voorkant wordt de mast gehouden door een voorstag op de metalen botteloef (in het fries 'loefbyter'). De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door twee boegstagen (ook stangen, aan elke kant één). De voorstag is getakeld met een strijktalie, die loopt door twee blokken en die is belegd op een klamp op het voorboeisel. De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een gaggelgrootzeil. De zeilen zijn in verticale plooien genaaid. Het voorlijk van de fok is met metalen leuvers aan de voorstag bevestigd. De hals van de fok is met een ketting vastgezet op de botteloef. Aan de schoothoek van de fok is een dubbel blok gemaakt. De beide fokkeschoten lopen door dit blok. De vaste einden van de fokkeschoten zijn bevestigd door een gat in een spant. De halende einden zijn belegd op een korvijnagel in een spant in het achterschip. Het grootzeil heeft een gebogen gaffel met een houten klauw. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen (met kralen) aan de mast bevestigd. De halstalie loopt door twee dubbelschijf blokken (en door gaten in de messelbank) en is belegd op de nagelbank. Het ondereind van het achterlijk is vastgehaakt aan de giek. De giek rust aan de voorkant met een scharnierde lummel in een oog aan de nagelbank. Het achtereind van de giek hangt in een kraanlijn. Het grootzeil is voorzien van drie rijen reeftouwen. Door een oog in het achterlijk loopt reeftouw door een van de drie blokken aan het eind van giek. Het is belegd op een van de twee houten klampen op de giek. De grootschoot loopt door twee dubbelschijfs blokken. Het bovenste daarvan hangt aan een beugel om de giek. Het onderste blok is een hakkeblok. Het halende eind van de grootschoot is belegd op dit hakkeblok. De vallen van de zeilen zijn belegd op de nagelbank. Op de top van de mast een rode vleugel aan een houten scheerhout. Op de rug van het roer staat een gebogen vlaggemast met vergulde knop. Aan de vlaggemast hangt een rood-wit-blauwe vlag. De blokken zijn van hout en voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip en het achterschip zijn rond met terugvallende boeisels. De bodem is gepiekt. Het model van voor naar achter: Op de voorsteven is de botteloef bevestigd. Aan de botteloef hangt een metalen stokanker aan twee kettingen. Aan het ankerketting is een touw bevestigd dat is belegd op een klamp aan de binnenkant van het voorboeisel. De buitenkant van het voorboeisel is met snijwerk versierd: een voluut met bladertak. De gillings aan de voorkant van het boeisel zijn versierd met twee gesneden voluten met bladertakken. Het voorboeisel en de gillings zijn aan de bovenkant bedekt met koperplaat. Tussen de boeisels is een bedelbalk. Deze is aan de bovenkant bedekt met koperplaat. De achterkant van de bedelbalk is met snijwerk versierd: bladertakken, rozetten en waaiervormen. Aan de binnenkant van het schip zijn de spanten te zien. In het voorschip is een dek gemaakt op dezelfde hoogte als de messelbank. Een deel van het voordek is als luik weg te nemen. De mast is strijkbaar in de mastkoker. Wanneer dat gebeurt moet het luik (uitwip) in het voordek worden weggenomen om de onderkant van de mast door te laten. Achter de mast is een nagelbank gemaakt. Het boeisel is versierd met drie ingesneden biezen en een kraalrand langs de onderkant. De bovenste huidgang is voorzien van een koperen stootrand. Het boeisel is aan binnenkant gedubbeld. De zwaarden zijn met bouten en moeren opgehangen aan het gedubbelde boeisel. De zwaarden hebben een verdikte kop. De zwaardkoppen zijn bedekt met koperplaat, de rest van de zwaarden zijn voorzien van metaalbeslag. De boutgaten van de zwaarden zijn versierd met koperen stervormen. De zwaardlopers gaan via twee schildpadblokken op de bovenkant van het boeisel (potdeksel) en zijn belegd op twee bolders in het achterschip (korvijnagels door spanten). Op het boeisel aan bakboord zijn twee scepters gemaakt: voor een gesloten scepter en achter een vorkvormige. In de scepter liggen een vaarboom en een pikhaak. De bodem van het achterschip is bedekt met buikdenningen. Die lopen naar voren door (onder het voordek). Langs de boorden zijn in het achterschip twee banken met deksels gemaakt. Ook tegen het achterschip is een bank gemaakt, met daarin een luik. Het achterhuis is aan de voorkant voorzien van een lancetvormig deurtje. Langs de bovenkant van het achterhuis de hennebalk. Deze is aan de bovenkant bedekt met een koperen plaat. De voorkant van de hennebalk is versierd met snijwerk: bladertakken, rozetten en waaiervormen. Het boeisel van het achterschip is versierd met snijwerk: een voluut met bladertak. Ook de gillings van het boeisel van het achterschip zijn met snijwerk versierd: twee voluten en bladertakken. Het roer is met drie roerhaken gehangen aan de achtersteven. De kop van het roer is bedekt met koperplaat en de wangen ervan zijn met snijwerk versierd: een papegaai en een krulmotief. Over de roerkop valt een helmhout. Dit is aan de achterkant voorzien van koperbeslag. De voorkant van het helmhout is aan de zijkanten versierd met een bladertak. De voorpunt van het helmhout is gesneden in de vorm van een druiventros. Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip is rood. Het bovenste deel van het boeisel is zwart. De ingesneden biezen zijn lichtgroen en de kraalrand eronder is wit. De gesneden versieringen van de boeisels zijn goudkleurig. De binnenkant van het voorboeisel is wit. De binnenkanten van de boeisels langs het voordek en in de het achterschip zijn blauw. De spanten zijn wit en voorzien van rode koppen. De bedelbalk en de hennebalk zijn meerkleurig geschilderd: witte ondergrond, zwarte biezen, goudkleurige bladeren en rode rozetten. Het voordek is gelakt. De banken in het achterschip zijn grijs. De buikdenningen zijn grijs. De achterbank is gelakt. De veren van de bovenste roerhaken zijn wit. Het helmhout is groen. Het snijwerk aan het helmhout is goudkleurig op wit. De kop van het roer is mmeerkleurig beschilderd: witte ondergrond, goudkleurige krullen en veren, blauwe papegaai met rode kam en snavel. Accessoires: vaarboom, pikhaak, stander. 
afmetingenhoogte 135.0 cm 
breedte 32.5 cm 
lengte 65.0 cm 
 
startdatum1993 
einddatum1993 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.