Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een bark. Het model is geplaatst in een vaste vitrine.

titelScheepsmodel van een bark. Het model is geplaatst in een vaste vitrine. 
inventarisnummerFSM-1982-360 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerMolen, G. van der 
omschrijvingScheepsmodel van een driemastbark. Blokmodel. Geplaatst in een vitrine. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het model heeft drie masten en een boegspriet. De boegspriet is aan de achterkant vastgezet op de scheg. Aan de onderkant wordt de boegspriet gehouden door een aantal waterstagen. Van de voorpunt loopt één waterstag naar een stampstok (schuin naar beneden wijzende stok, ook wel Spaanse ruiter genaamd). Vanaf het bevestigingspunt van de tweede kluiver lopend twee waterstagen via de stampstok naar de kraanbalken, waar ze op zijn vastgezet. Van de stampstok aan de boegspriet loopt een metalen waterstag via een tweede stampstok op de scheg van de voorsteven en is dat op de punt, net onder de waterlijn vastgezet. Aan de zijden wordt de boegspriet gehouden door een boegwant van aan weerszijden drie hoofdtouwen. Van de punt, het bevestigingspunt van de tweede kluiver en de stampstok lopen hoofdlijnen naar de kraanbalk, waar ze alldrie op zijn vastgezet. De masten: een voormast, een grote mast en een bezaanmast. De voormast en de grote mast zijn gedeeld in drieën. Bij beide masten zijn de verbindingen tussen mast en stengen gelijk: de verbinding tussen mast en marssteng wordt gemaakt door een metalen mars en de verbinding tussen marssteng en bramsteng wordt gemaakt door twee ezelshoofden waarvan de onderste is voorzien van een driedubbele, metalen zaling. De bezaanmast is in tweeën gedeeld. De verbinding tussen mast en steng wordt daar gemaakt door twee ezelshoofden, waarvan de onderste is voorzien van een dubbele, metalen zaling. De voormast wordt gehouden door een voorstag op de voorsteven en door en door een staand want van vijf hoofdtouwen (zonder weeflijnen). De marssteng van de voormast wordt gehouden door een voorstag op de boegspriet, door een staand stengewant van drie hoofdlijnen (zonder weeftouwen) op de mars en door een lopend want op het boeisel. De bramsteng wordt gehouden door een voorstag op de punt van de boegspriet, door een staand stengewand van twee hoofdtouwen (zonder weeflijnen) op de zalingen en door een lopend want op het boeisel. De grote mast wordt gehouden door een voorstag aan de voormast en door een staand want van vijf hoofdtouwen (zonder weeflijnen). De marssteng wordt gehouden door een voorstag op de voormast, door een staand want van drie hoofdtouwen op de mars en door een lopend want op het boeisel. De bramsteng wordt gehouden door een voorstag op zaling van de voormast, door een staand want van twee hoofdtouwen (zonder weeflijnen) op de zalingen en door een lopend want op het boeisel. De bezaanmast wordt gehouden door een voorstag op de grote mast en door een staand want van vier hoofdtouwen (zonder weeflijnen). De steng van de bezaanmast wordt gehouden door een voorstag op de mars van de grote mast, door een staand want van twee hoofdlijnen (zonder weeflijnen) op de zalingen en door een lopend want op het boeisel. Het model is niet uitgevoerd met zeilen, maar aan de rondhouten, vallen en schoten is wel af te leiden welke zeilen gevoerd kunnen worden. Aan de voormast kunnen een stagfok en twee kluivers worden gehesen. De vallen lopend via de boegspriet naar het voordek waar ze zijn belegd op een nagelbank. Voorts zijn aan de voormast vijf ra's bevestigd voor vier razeilen (fok, voorbovenmarszeil, voorbovenmarszeil en voor bovenbramzeil). De schoten van de onderste twee ra's lopen naar het boeisel en zijn daar (midscheeps) belegd. De schoten aan de bovenste drie ra's lopen naar de grote mast, maar lopen van daar niet naar beneden. Aan de grote mast zijn zes ra's gehangen, waaraan vijf razeilen gevoerd kunnen worden (grootzeil, grootbovenmarszeil, grootonderbramzeil, grootmiddenbramzei en grootbovenbramzeil). Ook hier geldt dat de schoten van de onderste twee ra's naar het boeisel lopen en daar (op het achterschip) zijn belegd. De schoten van de bovenste vier ra's zijn lopen naar de grote mast, maar lopen van daar niet naar beneden. Tussen de grote mast en de voormast kunnen eventueel twee stagzeilen gehesen worden, al zijn de vallen en schoten daarvan niet aangebracht. Aan de bezaanmast zijn geen ra's gemaakt maar een giek en een gaffel voor een langsscheeps bezaanzeil en eventueel een bezaangaffeltopzeil. De piekeval en de kraanlijn zijn bevestigd aan de bezaanmast. De bezaanschoot is met twee blokken vast gezet op het achterdek. Van de nok van de gaffel lopen twee geerden (touwen die de gaffel in bedang moeten houden) naar het achterdek, waar ze zijn belegd. Tussen de bezaanmast en de grotemast kunnen eventueel twee stagzeilen gehesen worden, al zijn de vallen en schoten daarvan niet aangebracht. In de toppen van alledrie masten een rode vlag. De blokken zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: De voorsteven is scherp en schuin. De achtersteven is rond en geveegd. De bovdem van het schip is niet te zien. Het model van voor naar achter: De voorsteven is versierd met opgeschilderde voluten het voordek is verhoogd. Op het voordek een nagelbank, een kaapstander en twee dubbele bolders. Het voorboeisel is voorzien van een reling. Van het voordek naar het lagere hoofddek lopen twee trappen, die zijn voorzien van leuningen. Voor de voormast op het hoofddek een nagelbank. Achter de voormast een dekhuis met daarin twee patrijspoorten en in en achterwand een deur. Op het dak twee omgekeerde sloepen. Achter het dekhuis een luikhoofd. Tussen de grote mast en de bezaanmast twee metalen houders met haken, twee kaapstanders (?) en een luikhoofd. De boeisels zijn over de gehele lengte van het hoofddek voorzien van korvijnagels. Aan weerszijden van de bezaanmast staan twee watervaten. Het achterdek is verhoogd. Het is met twee trappen bereikbaar. Op het boeisel van het achterdek is een reling gemaakt. Op het achterdek, achter de bezaanmast, een dekhuis met patrijspoorten in de zijwanden en een deur in de achterwand. In het dak van dat dekhuis een lichtkap en een bolle verhoging voor de deur. Achter de grootschoot bevindt zich de stuurkast met stuurwiel. Kleuren: De romp is zwart. het onderwaterschip is rood. onder het berghout een witte bies. De boeisels en relingen van voor- en achterdek zijn wit. De binnenkanten van de boeisels van het lage hoofddek zijn rood. De dekken zijn ongeverfd. Het voorste dekhuis en de erop liggende sloepen zijn wit. Van het achterste dekhuis zijn de wanden ongeverfd en het dak wit. de luiken zijn gelakt. De watervaten zijn wit. De masten, ra's en andere rondhouten zijn gelakt. De toppen van de tengen zijn wit evenals de overgangen van mast en stengen (bij de ezelshoofden). De zee is turquoise-wit geschilderd. Accessoires: Het model is geplaatst in een vaste vitrine. De zijwanden daarvan zijn van glas. De voor- en achterwanden zijn van hout, evenals de bovenwand. De bovenwand is voorzien van ruitvormige profileringen. De houten delen van de vitrine zijn beschilderd in een houtnerg-imitatie. De voor- en achterwand zijn aan de binnenkant blauw geschilderd. De zee is gemaakt van geplakt touw. 
afmetingenhoogte 103.5 cm 
breedte 23.0 cm 
lengte 92.0 cm 
 
startdatum1910 
einddatum1910 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.