Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van de paviljoentjalk Fortuna.

titelScheepsmodel van de paviljoentjalk Fortuna. 
inventarisnummerFSM-K-017 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerJonge, Marchienus de 
omschrijvingScheepsmodel van de paviljoentjalk Fortuna. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft één mast en een kluiverboom. De kluiverboom is met een beugel aan de voorsteven vastgezet en aan de achterkant scharnierend bevestigd in een soort scepter op het voordek. Aan de voorkant wordt de boom gehouden een een waterstag en door een boegwant van twee hoofdtouwen. De mast wordt gehouden door een voorstag en aan weerszijden door een staand want van twee hoofdtouwen en door een lopend want (bakstag). De zeilen zijn van bruine katoen: een kluiver, een stagfok en een grootzeil. De kluiver wordt uitgezet met een traveller. De schoot van de wordt belegd op een bolder. Het voorlijk van de stagfok is met metalen ringen bevestigd aan de voorstag. In de top van de gaffel een metalen fokkegaffel. De fokkeschoot is belegd op een hakkeblok, dat is vastgezet op een overloop op het voordek. In de stagfok is een enkele rij reeftouwen gemaakt. Het grootzeil is voorziel van een gebogen gaffel en een giek. Het voorlijk van het grootzeil is met rakkralen bevestigd aan de mast. De grootschoot is belegd op een hakkeblok, dat met een oogbout in het achterdek is vastgezet. In het grootzeil zijn twee rijen reeftouwen gemaakt. De vallen van de zeilen zijn belegd op een nagelbank en op klampen aan de onderkant van de mast. Op de top van de mast een blauwe vleugel met een Hollands hoekje. De blokken zijn voorzien van lopende, metalen schijven. De romp: rond voorschip, rond achterschip, vlakke bodem. Het model van voor naar achter: Over het voorboeisel aan bakboord hangt het stokanker aan een ketting dat door het kluisgat, over de braadspil, door klapmutsen in het vooronder verdwijnt. Op het voordek de braadspil, het luik van het vooronder met aan weerszijden daarvan de klapmutsen. Aan weerszijden op het voordek een bolder, waarop ondermeer de kluiverschoot is belegd. Voor de mast het luik (uitwip) dat verwijderd wordt wanneer de mast wordt gestreken, om zo ruimte te maken voor het ondereind van de mast. Het luik geeft tevens toegang tot het voorruim. Over het luik een gebogen overloop voor de stagfok. Het vaste want is voor de kop van het zwaard met twee puttingijzers aan de romp bevestigd. Achter het zwaard de bakstagen. Aan bakboordzijde een lijn voor het hijsen voor lantaarns of seinvlaggen. Achter de mast het ruim dat wordt afgesloten met luiken die weer overdekt zijn door een presenning (getaand dekkleed) dat met schalkkeggen is vastgezet. De gangboorden zijn aan de voorzijde afgesloten met een waterlijst. Op de scheerboom van het ruim een bak met daarin diverse rondhouten en uitzetters. De zwaarden hebben een verdikte kop die aan de bovenkant is afgedekt met koperplaat. Het boutgat is versierd met een ster. De zwaardloper gaat door een schildpadblok en door twee enkelschijfsblokken en wordt op de achterbolders vastgezet. Op de boeisels op het voorschip en langs het ruim zijn zetboeisels geplaats. Achter het ruim de schoorsteen die tevens dienst doet als stander voor de giek. Daarachter de grootschoot en de voetlijsten op het dek. Het paviljoen is het verblijf in het achterschip. Het dak ervan is zo hoog als de bovenkant van het achterboeisel (een licht verhoogd achterdek). Een schuifluik aan bakboordzijde geeft toegang tot deze ruimte. Omdat de stuurman voor het paviljoen staat is de helmstok lang. Op de helmstok een tonnetje. De roerklik is hol en versierd met drie tonnetjes aan de punt. De wangen van de klik zijn onversierd. Het roer is voorzien van een roerlichter (ketting en touw men twee eenschijfs blokken). Op het achterschip aan weerszijden van het roer twee koperen platen met daarop in wit twee maal de naam van het schip: 'Fortuna' Kleuren: De romp van het schip is lichtgroen, het onderwaterschip en het berghout zijn zwart. Het dek is gelakt. De bovenkant van het boeisel is bruin, de binnenkant is aan de voorzijde blauw. Het beslag is metaalkleurig. De kop van het zwaard is groen. Op het achterschip een gele band op het boeisel en onder het berghout. Het roer heeft dezelfde gele kleur, een groene bies en is onder water zwart. De roerklik is donkerblauw met groene lijst en bovenop zwart. De punt van de klik is versierd met rood-wit-blauwe tonnetjes. De loopplank is zwart met een witte lijst. De schoorsteen is zwart met groene lijsten. Accessoires: stokanker, loopplank, twee lange vaarbomen in het gangboord aan bakboord, een boom en een fokuitzetter (met zwanehals en oog) in het gangboord aan stuurboord. In een bak op het ruim: een pikhaak, een stokdweil en drie korte rondhouten voorzien van divers beslag (lummels, ogen, punten en bouten). Het model heeft een stander. 
afmetingenhoogte 193.0 cm 
breedte 43.5 cm 
lengte 163.0 cm 
 
startdatum1935 
einddatum1938 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.