Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Lijnenplan en zijaanzicht van een houten Friese tjalk uit 1837.

titelLijnenplan en zijaanzicht van een houten Friese tjalk uit 1837. 
inventarisnummerT1184 
collectietechnische tekeningen    
museumMaritiem Museum Rotterdam   Maritiem Museum Rotterdam
makerLoon, Folkert Nicolaas van[1775-1840] 
scheepsnaamFriese tjalk 
omschrijvingEen Friese tjalk lang over de stevens 65 voet, wijd binnen den huid 15 voet, diep van onder tot 't dek 7 voet, de loeflijn hoog 12 duimen binnen 6 duimen, geschetst te Dordrecht 15 januari 1837, F.N. van Loon, 1837'. Copie (het orgineel in het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek). Er is een microfiche aanwezig.
Folkert Nicolaas van Loon (Harlingen, 6 december 1775 - 12 december 1840) was onderzoeker, schrijver en ontwerper van schepen. Hij was zoon van Nicolaas van Loon en Trijntje Schellingwouw. Vader had een notaris- en advocatenpraktijk in Harlingen en was mede-eigenaar en exploitant van een houtzaagmolen annex houthandel. Folkert werd wees met 7 jaar en de volgende 10 jaar werd hij opgevoed door een voogd, dominee Benedictus Jongma, predikant te Peins. Als jongen werd hij in beslag genomen door zeilen en het tekenen en bouwen van scheepsmodellen. In 1793 verhuisde hij naar Leeuwarden om op de houtzagerij "op 't vliet" zijn opleiding te vervolgen, zodat hij de hem nagelaten houtzaagmolen zelfstandig kon voortzetten. Toen na 1795 de nijverheid terugliep als gevolg van de Franse overheersing, lukte het hem om secretaris te worden van de grieterij Rauwerderhem en later werd hij daar ontvanger en controleur der directe belastingen en nog later maire. Hij woonde al die tijd in Irnsum en tevens runde hij daar een groothandel in boter en kaas met export (na 1813) op Engeland. Tevens werd de door zijn vader nagelaten houtzaagmolen naar Irnsum overgebracht en handelde hij in vuren en grenenhout. Na het herstel van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 werd hij schout en daarna 1e assessor van de grieterij en tevens bleef hij controleur bij de administratie der belastingen en dit werd na 1822 uitgebreid met het controlegebied Dokkum. Uit de laatste functie werd hij in 1825 eervol ontslagen. In zijn vrije tijd was hij verwoed wedstrijdzeiler en als practicus een goede schipper en stuurman. Uit liefhebberij begon hij te speuren naar de verbanden die moesten bestaan tussen scheepsvorm, zeilvoering en zeilpunt enerzijds en de snelheid van het schip anderzijds. In 1818 maakte Folkert zijn onderzoeksresultaten openbaar, door ze ter beoordeling bij de Huishoudelijke Maatschappij te Haarlem in te dienen. Hij kreeg hiervoor een zilveren medaille en tien dukaten en de Maatschappij ging in 1920 over tot publicatie. Ook werd in dat jaar een opdracht aan hem verstrekt tot bouw van een driemast kofschip volgens de door hem ontworpen principes, voor rekening van 'de Heren van Zaandam. En verder een "radar stoomboot" bij De werf van Fop Smidt te Alblasserdam. Na 1825 zijn er veel schepen gebouwd naar zijn ontwerpen o.a. door de beroemde Fries jacht en boeier bouwer Eeltje Teadzes Holtrop. Zijn boeken brachten de Nederlandse burgerlijke scheepsbouw naar een wetenschappelijk niveau. 
afmetingenbreedte 68.5 cm 
hoogte 41.5 cm 
 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.