titel | Qui Siccis oculis Monstra Natantia qui vidit Mare Turgidum. |
---|---|
inventarisnummer | P1057 |
collectie | Picturalia |
museum | Maritiem Museum Rotterdam |
maker | Meulen, Sieuwert van der; Laan, Adolf van der; Schenk, Petrus (II) |
omschrijving | In het midden van de rechterhelft van de prent ligt een bootschip bijgedraaid, welk embleem bestaat uit een klok of bel. De voorgrond is ter linkerzijde gevuld met een jachttafereel dat een geharpoeneerde walvis voorstelt, die bezig is te duiken en aangevallen wordt door vier walvissloepen, waarvan er een aan de vis vast is; op de drie andere boten staan de harpeniers met harpoenen gereed. Rechts op de voorgrond bevinden zich twee ijsberen op een schots, een walrus zwemt er heen. Achter het bovenbedoelde bootschip worden twee sloepen voortgesleept door een getroffen walvis, die we spuitend zien afgebeeld tegen een achtergrond van ijsbergen. Op het middenplan zeilt een tweede bootschip voor de wind. In de verte verscheidene schepen en enkele eilanden of ijsbergen. Onder de prent een twaalfregelig vers, in het Nederlands en het Duits. Het Nederlandstalige vers luidt als volgt: Dus streeft de Stoudtheyd in een Zee vol water Spooken, Der Walvis vangst ten dienst, voor Groenlands Visscherij, Door Stormen, Steenklip, Schotse, en Ys bergh heen gebrooken, Op 't ligt van Heklaas vuur de Noordkaap selfs voorby: De Samojeed verschrikt op 't blasen van syn kaaken, Terwyl de Zee harpoen al de Ys Zee verft met bloedt, Om 't water Monster, fel aan 't woeden, af te maaken; Daar Walrus, Robb, en Traan, heel Ysland leeven doedt. Oudt Kolchis Swyge, op 't zien, hoe Neerlands Helden doolen, Tot daar de Noordt Pools kringh den Groenlands vaarder stuyt, By 't grimmendt ongediert in 's Waerelds nacht verschoolen. Noch streckt de Walvischvangst 's Lands Koopvaardy, ten buyt. G.K. |
afmetingen | hoogte 70.3 cm breedte 107.7 cm |
startdatum | 1700 |
einddatum | 1730 |
Commentaar van bezoekers