Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van de tjotter Vrouwe Anna Beatrijs.

titelScheepsmodel van de tjotter Vrouwe Anna Beatrijs. 
inventarisnummerFSM-1998-281 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerOoms, G. 
omschrijvingScheepsmodel van de tjotter Vrouwe Anna Beatrijs. Op spanten gebouwd. Schaal 1:30. Rondhouten en tuigage: De tjotter heeft één mast. De mast staat in een mastkoker (aan de messelbank). Aan de voorkant wordt de mast gehouden door een voorstag op de metalen botteloef (in het fries 'loefbyter'). De voorstag is getakeld met een strijktalie die loopt door twee blokken en die is belegd op een nagel in het voorschip. De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door twee boegstagen (ook stangen, aan elke kant één). De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een gaffelgrootzeil. Het voorlijk van de fok hangt los van de voorstag. De fok wordt gehesen met eem fokkehals doe loopt door een blok aan de mast en die is belegd op een krovijnagel in de messelbank. De hals van de fok is met een haak vastgezet in een ring op de botteloef. De fokkeschoten lopen door schootogen op de messelbank en liggen opgeschoten in het achterschip. Het grootzeil heeft een gebogen gaffel met een houten klauw. De gaffel wordt gehesen met een klauwval (aan de gaffelbek) en een piekeval (aan de top van de gaffel). De klauwval loot door een blok aan de gaffel en een blok aan de mast en is belegd op een korvijnagel in de messelbank. De piekeval loopt door een blok aan de mast en een blok op de ronding van de gaffel en is belegd op een korvjinagel in de messelbank. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen aan de mast bevestigd. De halstalie is belegd op een korvijnagel in de messelbank. Het ondereind van het achterlijk is vastgehaakt aan de giek. De giek rust aan de voorkant met een zwanehals in een lummelpot aan de mast. Het achtereind van de giek hangt in een kraanlijn. De kraanlijn loopt door een blok aan de top van de mast en is belegd op een korvijnagel in de messelbank. De grootschoot loopt door twee dubbelschijfs blokken. Het bovenste daarvan hangt aan een beugel om de giek. Het onderste blok is vastgezet op de bodem van het schip. In het grootzeil het zeilnummer (11 met eronder een streep). Op de top van de mast een rode vleugel aan een metalen scheerhout. De blokken zijn van hout en niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip en het achterschip zijn rond met terugvallende boeisels. De bodem is rond. Het model van voor naar achter: Op de voorsteven is de botteloef bevestigd. Op de boeisels zijn aan de voorkant gillings aangebracht. Er is geen stootrand op de bovenste huidgang (als een soort berghout). Tussen de boeisels is een bedelbalk. Deze is aan de bovenkant bedekt met koperplaat. De achterkant van de bedelbalk is met versierd met geschilderde bladertakken (goud op wit). Aan de binnenkant van het schip zijn de spanten te zien. Het hele schip is open. Op de bodem van het schip zijn buikdenningen aangebracht (voor en achter de mast). In het midden van de messelbank de mastkoker. In de messelbank zijn korvijnagels gestoken waaraan de vallen en de kraanlijn zijn belegd. Ter hoogte van de messelbank zijn de zwaarden opgehangen. De koppen van de zwaarden zijn verdikt en bedekpt met koperplaat. De vallen van de zwaarden lopen door gaten in de boeisels naar binnen en zijn belegd op korvijnagels in de achterbank. Achter de messelbank zijn tegen de boorden kistbanken gemaakt. Tegen de achterwand is ook een kistbank. Daarboven de hennebalk die is versierd met (geschilderde) bladertakken (goud op wit). Het achterschip heeft een achterhuis. Het roer hangt aan de achtersteven. De kop van het roer is versierd met een (geschilderde) papegaai. Over de kop van het roer een koperen strip. Het helmhout valt over de kop van het roer. Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip (ook van het roer) is zwart. De boeisels zijn groen met een witte bies. Ook aan de binnenkant zijn de boeisels groen. De binnenkanten van de boorden zijn gelakt. De koppen van de spanten zijn wit. De buikdenningen zijn grijs. De bedelbalk en de hennebalk zijn beschilderd in goud op wit. Het achterhuis is groen. Het roer is gelakt. De roerkop is beschilderd in wit, rood, goud en groen. Accessoires: tijdelijke stander 
afmetingenhoogte 30.0 cm 
breedte 8.0 cm 
lengte 16.0 cm 
 
startdatum1990 
einddatum1998 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.