Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van de boeier Constanter

titelScheepsmodel van de boeier Constanter 
inventarisnummerFSM-1998-279 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerOoms, G. 
omschrijvingScheepsmodel van de boeier Constanter. Blokmodel. Schaal 1:30. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft één mast, die staat in een mastkoker. De mast worden gehouden door een voorstag op de botteloef (in het fries 'loefbyter'). De voorstag is getakeld met een strijktalie die loopt door twee blokken op de botteloef en die is belegd op een klamp op de achterkant van de voorsteven. De botteloef is met een vorkverbinding vastgezet op de voorsteven. De voorkant van de botteloef wordt gehouden door een waterstag (stang) op de voorsteven, en door vier boegstagen (ook stangen, aan weerszijden twee). De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een gaffelgrootzeil. Het voorlijk van de fok hangt los van de voorstag. De fok wordt gehesen door de fokkeval, die loopt door een blok aan top van het zeil en door een mast in de mast en die is belegd op een klamp aan de mastkoker. De hals van de fok is met een haak vastgezet op de botteloef. De fokkeschoten lopen door jufferblokken aan de schoothoek en blokken op de overloop. Het voorlijk van het grootzeil hangt los van de mast (geen raktouwen). Het grootzeil heeft een gebogen gaffel, die wordt gehesen door een klauwval en een piekeval. De klauwval (op de gaffelbek) loopt door een blok aan de mast en is belegd op de nagelbank. De piekeval (op de kromming van de gaffel) loopt door een blok op de gaffel en door een blok aan de mast. De piekeval is belegd op de nagelbank. De halstalie loopt door een blok aan de hals van het grootzeil en is vastgezet op een oog aan de voet van de mast. De halstalie loopt door een blok aan de hals van het grootzeil en is vastgezet op een oogbout in het dek. Het onderlijk van het grootzeil hangt los van de giek (losse broek). De onderkant van het achterlijk is met een ring vastgezet op de achterkant van de giek. De giek hangt aan de voorkant met een scharnierend lummel in een lummelpot in de nagelbank. De achterkant van de giek hangt in een kraanlijn. De kraanlijn loopt door een blok aan de top van de mast en is belegd op een klamp aan de mastkoker. De grootschoot loopt door een dubbelschijfs blok aan de giek en door een dubbelschijfs hakkeblok dat is vastgezet aan een oog op de kielbalk. De grootschoot is belegd op het hakkeblok. Op de top van de mast een rode vleugel aan een metalen scheerhout. De blokken zijn hout en zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is rond, met terugvallende boeisels. Het achterschip is rond met terugvallende boeisels. De bodem is rond en niet gepiekt. Het model van voor naar achter: De voorsteven is bekleed met een metalen strip. Aan weerszijden van de voorsteven kluisborden en berentanden. Zij zijn met schilderwerk versierd: sterren en bladertakkken. Er is geen bedelbalk. De boeisels zijn niet voorzien van gillings. Aan de boeisels zijn op het voorschip twee bolders gemaakt. Voor de mast zijn in het voordek twee luiken (de uitwip) die verwijderd worden wanneer de mast wordt gestreken, om het ondereind van de mast door te laten. Boven de uitwip de overloop van de fokkeschoten. De zwaarden hangen met bouten aan de boeisels. De koppen van de zwaarden zijn verdikt. De boutgaten van de zwaarden zijn versierd met opgeschilderde sterren. De zwaardlopers gaan door een gat in het boeisel naar binnen en zijn belegd op de bolders in de stuurkuip. De zwaardlopers zijn niet getakeld. Achter de mast de nagelbank. Daarachter de kajuit. De kajuit heeft een gebogen (hol) dak. In de voorwand van de kajuit twee ronde ramen van koper. In de zijwanden zijn dezelfde soort ramen aangebracht (aan weerszijden één). In de achterwand van de kajuit twee deuren met ramen. De achterwand is langs de dakrand versierd met geschilderde bladertakken. Aan de achtereinden van de gangboorden zijn waterlijsten gemaakt. De kuip is voorzien van een vast dek. Langs de zijwanden en de achterwand van de kuip zijn kistbanken gemaakt. Op het deurtje van het achterhuis een onleesbaar opschrift. Langs de bovenrand van het achterhuis de hennebalk die is versierd met schilderwerk: vaas met bladertakken. Tegen boeisels van het achterschip zijn bolders gemaakt. Het roer hangt met drie roerhaken aan de achtersteven. De kop van het roer is verdikt en er staat een roerleeuw op. Uit de voorkant van de roerkop steekt een houten helmstok met een houten handgreep. Kleuren: De romp is gelakt. Het onderwaterschip is zwart (ook van het roer). De berghouten zijn zwart met witte biezen. Ook het boeisel is zwart met witte biezen en goudkleurige versieringen op de gillings (voluten). De zwaarden zijn gelakt, de zwaardkoppen zijn zwart (met witte bies), de boutversiering is goudkleurig en de randen van de zwaarden zijn metaalkleurig. De kluisborden en berentanden zijn meerkleurig: goud, rood en groen op een witte ondergrond. De hennebalk is beschilderd in goud en rood op wit. De dekken, de gangboorden, de kajuit, de stuurkuip en de rondhouten zijn gelakt. De sierrand op de achterwand van de kajuit is beschilderd in goud op wit. Het roer is gelakt. De roerkop is zwart (met witte bies). De roerleeuw is goudkleurig. Accessoires: geen 
afmetingenhoogte 52.0 cm 
breedte 11.0 cm 
lengte 27.0 cm 
 
startdatum1900 
einddatum1998 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.